Het oerhollandse merk Donkervoort bouwt al decennialang unieke supercars. Zo uniek, dat de gemiddelde Nederlander er nog nooit één (bewust) heeft gezien. De tweezitters worden ontworpen en gebouwd in Lelystad, iets waar we trots op kunnen zijn. Sinds jaar en dag wordt er een krachtbron van Audi gebruikt in de sportwagens, maar daar komt binnenkort helaas een einde aan. Gelukkig komt er iets spectaculairs voor terug.
Donkervoort en Audi
In 1999, precies 25 jaar geleden, stapte Donkervoort over van motorleverancier. Audi kreeg de kans om viercilinder motoren te leveren. Hiermee was ook meteen het tijdperk van de Ford krachtbronnen ten einde. Het begon dus met een viercilinder, maar in 2011 kwam er voor het eerst een vijfcilinder turbomotor van Audi in de nieuwste Donkervoort, genaamd D8 GTO. Zoals we allemaal weten is dit een krachtige motor, met een heerlijke roffel. Deze motor leverde toendertijd 280 kW (381 pk) en de D8 GTO woog zo’n 700 kilo. De ‘nul naar honderd tijd’ is daarom slechts 2,8 seconden. Ter vergelijking: de Lotus Emeya R met 905 pk doet er net zo lang over. Twee jaar geleden kwam de Donkervoort F22 met dezelfde motor tot een verbluffend vermogen van 367 kW (500 pk)!
De Final Five
Helaas komt aan al het goede een einde. De samenwerking tussen Donkervoort en Audi stopt wat betreft de motoren. Gelukkig voor de liefhebbers pakt Donkervoort nog één keer goed uit. Er worden nog vijf allerlaatste F22 auto’s gemaakt met een Audi vijfcilinder. Dat getal is natuurlijk een eerbetoon aan de 2,5-liter vijfcilinder van het Duitse merk. Bij deze laatste serie wordt het gewicht verlaagd met 34 kg, waardoor het leeggewicht slechts 716 kg is. De zichtbare carrosserie wordt gemaakt van koolstofvezel. Dit is normaal gesproken alleen voorbehouden aan hypercars met een waarde van miljoenen euro’s. Helaas zijn ze alle vijf al vergeven. De eerste is al geleverd en de overige exemplaren worden momenteel samengesteld door de nieuwe eigenaren.
Hoe nu verder?
Is dit het einde van Donkervoort? Nee, gelukkig niet! Ze komen binnenkort met de onthulling van een nieuw model. Volgens Donkervoort moeten hypercarmerken zich al zorgen gaan maken. Het enige wat wel vaststaat, is dat het niet gaat om een elektrische aandrijving én het is geen auto die miljoenen euro’s moet gaan kosten. Voor de rest kunnen wij alleen maar gissen, en dromen, van de nieuwe ‘hypercar’ van Donkervoort.