Een nieuw kwartje, bovenop het oude

Weet je nog, dat omstreden “kwartje van Kok”? In 1991 werd het ingevoerd als tijdelijke accijns op brandstof. Inderdaad, het is nooit verdwenen. De intentie was er vaak genoeg, maar geen enkele regering kon de beslissende stap zetten. Inmiddels rijden we tientallen jaren verder, met benzineprijzen die dat kwartje bijna als kleingeld doen lijken. En tot overmaat van ramp staat het volgende ‘kwartje’ alweer voor de deur. Niet vanwege een nationale belastingverhoging dit keer, maar door het aflopen van een tijdelijke verlaging van de accijnzen en door de Europese regelgeving over het transport.

Wat het extra zuur maakt: de brandstofprijzen zijn op dit moment juist iets aan het dalen. Het voelt bijna als de bekende stilte voor de storm. Want per januari 2026 komt er een prijsstijging aan van meer dan 25 cent per liter, als de tijdelijke accijnsverlaging definitief afloopt. Combineer dat met stijgende transportkosten door nieuwe EU-klimaatregels en je snapt: wie dan nog met een auto met verbrandingsmotor rijdt, krijgt het stevig voor de kiezen.

Wat betekent dit voor de automobilist? En nog iets: zou dit elektrisch rijden nu écht aantrekkelijker – of beter gezegd: minder duur – maken? Want voor wie wat minder om het milieu geeft maar vooral naar de gevolgen van zijn eigen portemonnee kijkt, blijft immers vooral deze vraag relevant: waarmee ben je op de lange termijn goedkoper uit?

Laten we daarom eens kijken naar de feiten achter de pompprijs, de plannen in Den Haag en Brussel, én in hoeverre deze de opmars van de elektrische auto beïnvloeden. Met nuchtere vergelijkingen, actuele cijfers én een paar herkenbare observaties uit het dagelijks leven.

Brandstofprijzen 2025-2026: van ‘iets voordeliger’ naar ‘dit wil je niet weten’

Op dit moment ligt de gemiddelde prijs voor Euro 95 benzine in Nederland op ongeveer iets minder dan twee euro per liter. De pompprijzen liggen langs de snelweg op ongeveer € 2,10, en bij de onbemande pomp ligt de prijs vaak iets lager – gemiddeld rond de €1,80. De prijzen zijn de afgelopen weken juist licht gedaald. Dankzij milde temperaturen, een adempauze in geopolitieke spanningen én ruime gasvoorraden is de druk op de energieprijzen iets afgenomen.

Maar wie denkt dat dit een trendbreuk is, vergist zich. Want vanaf januari 2026 staat er een stevige stijging gepland: meer dan 25 cent per liter, zodra de tijdelijke accijnsverlaging wordt opgeheven. Dat is geen gerucht, maar bevestigd door het kabinet. Kortom: het is nu goedkoper dan een paar maanden geleden, maar we weten allemaal wat eraan zit te komen.

En bovenop dat kwartje ook een stijging door EU-regels

De prijs aan de pomp wordt allang niet meer bepaald door alleen olieprijzen en accijnzen. Er zijn onlangs ook nieuwe EU-verordeningen van kracht gegaan: de FuelEU Maritime en de uitbreiding van het EU Emissions Trading System (EU ETS) naar de maritieme sector. In gewone mensentaal: de scheepvaart moet voortaan gaan betalen voor haar CO2-uitstoot.

Voor transportbedrijven betekent dit hogere kosten, die die worden uiteindelijk doorberekend de consument. Dus ook aan jou, bij het tankstation. Grote rederijen zoals Maersk hebben al aangegeven dat hun emissietoeslagen dit jaar bijna verdubbelen. En het ETS-deel voor maritiem transport dekt nu al 70% van de uitstoot – dat was vorig jaar nog 40%.

En die gestegen kosten betaal je niet alleen via duurdere benzine. Ook een simpel pak rijst is ineens duurder geworden. Puur omdat het schip dat de rijst vervoerde CO2-rechten moest kopen.

Nederlandse accijns: tot eind 2025 stabiel, daarna… knalt-ie omhoog!

De verlaagde accijnzen blijven nog tot eind 2025 van kracht. Er circuleren berichten die suggereren dat die stijging al per april of mei komt. Die zijn niet juist. De huidige accijnzen blijven dit jaar dus stabiel: €0,79 per liter voor benzine en €0,52 voor diesel. Ook wordt er dit jaar nog geen inflatiecorrectie toegepast. De overheid lijkt de automobilist nog wat lucht te willen geven, al is dat wel van korte duur.

Die verlaging van de brandstofaccijnzen werd in 2022 ingevoerd, toen de brandstofprijzen vanwege de oorlog in Oekraïne enorm gestegen waren. Maar die verlaging zal per januari 2026 dus worden gestopt. Markeer 1 januari 2026 daarom alvast in je agenda. Of beter nog: een weekje eerder. Dan kun je nog even voordelig je tank vol gooien en met dat prijsvoordeeltje wat vuurwerk kopen, zolang dat nog mag.

Elektrisch rijden: goedkoper, of gewoon minder duur?

Je zul wel denken waarom we het hier over brandstofprijzen schrijven, terwijl we normaal gesproken alleen over elektrisch rijden hebben. Dat komt omdat de mogelijkheid bestaat, dat die hogere brandstofprijzen het elektrisch rijden een bescheiden boost gaan geven.

En die kans wordt nog groter als het volgende doemscenario uitkomt: Stel dat de brandstofprijzen, die nu enige tientallen centen gedaald zijn, weer op het normale niveau van pakweg een jaar geleden komen, waarna er ook nog eens die hogere accijnzen en transportkosten bij komen? Dan betaal je langs de snelweg misschien wel € 2,40 tot € 2,50 voor een liter benzine. Auww!

Rekenwerk

Ja, dan ga je toch maar eens rekenen of elektrisch rijden dan ‘toch wel niet’ voordeliger is. Het wordt door veel mensen nog steeds beschouwd als iets voor ‘de happy few’ met zonnepanelen op het dak en een laadpaal op de oprit. Ook anno 2025 verandert dat beeld nog niet echt. Vooral niet omdat de mainstream media er bijna een hobby van lijken te maken om de tarieven bij de laadpalen hoger af te spiegelen dan ze in werkelijkheid zijn.

De EV-rijders die even verder hebben gekeken dan hun neus lang is en een goede, voordeligere laadpas in hun achterzak hebben zitten, die weten gelukkig beter.

Tijd om de rekenmachine van stal te halen. We gaan kijken of elektrisch rijden misschien niet per se goedkoop is – dat is inmiddels onmogelijk, met welke auto dan ook – maar wél voordeliger dan je denkt, vooral op de lange termijn.

Prijs per kilometer: elektrisch is voordeliger

Zeker als je thuis laadt (rond de €0,30 per kWh), dan liggen de stroomkosten per kilometer gemiddeld fors lager dan de brandstofkosten. Elektrisch rijd kost met betrekking tot de stroom alleen ongeveer 6 cent per kilometer. Ook als je van openbare laadpalen en snelladers gebruik maakt, kun je nog steeds voordeliger uit zijn. Dan zit je nog steeds op hooguit 10 cent per kilometer, tenzij je het heel erg bont maakt. En met een voordeligere laadpas komt de prijs per kilometer nog een stuk lager uit. Ook als je wel eens een snellader moet bezoeken. Kijk maar eens wat de tarieven bij Tesla en Ionity zijn.

Met de gemiddelde benzineauto kom je al snel op 12 tot 14 cent, afhankelijk van je rijstijl en de actuele brandstofprijs. En natuurlijk ook of je langs de snelweg tankt, of ergens een voordelig adresje weet.

Onderhoud: idem

Daarnaast is het onderhoud van een elektrische auto goedkoper. Geen distributieriemen, geen olie verversen, geen uitlaat die plots vervangen moet worden. Mijn eigen 11 jaar oude Opel staat nu voor reparatie in de garage en mij is een onderhoudsrekening voorspeld, waar ik serieus een nacht van wakker heb gelegen.

En dat in schril contrast met een kennis van me – een fervent Tesla-rijder – die verbaasd was dat zijn enige onderhoudskosten in twee jaar tijd bestonden uit nieuwe voorbanden en ruitenwisserbladen. Natuurlijk nu vergelijk ik een nieuwe en een oude auto, maar een familielid van me had ook duizenden euro’s kosten aan een vrij recente auto met benzinemotor.

Voor de doemdenkers die menen dat de accupakketten in no-time hun capaciteit verliezen: lees dit maar eens. De mensen die denken dat elektrische auto’s een complexere techniek dan brandstofauto’s hebben: dat ‘complexe’ geldt toch echt voor álle moderne auto’s. Airplay, navigatie, rijassistentie en al dat soort zaken vind je niet alleen in elektrische auto’s.

Zelfs auto’s van tientallen jaren oud hebben al een boordcomputer en tientallen sensortjes, die helaas zo nu en dan de geest geven. Die sensortjes zijn meestal ontworpen voor zo’n 200.000 à 250.000 kilometer. Als je die kilometerstand nadert dan gaat er (meer dan) soms eentje kapot, ongeachte of je op benzine of stroom rijdt. Qua bewegende delen – en dat zijn onderdelen die onherroepelijk slijten – is een elektrische auto absoluut superieur.

Restwaarde: koffiedik kijken

En dan de restwaarde, want die is minstens zo belangrijk. Maar we weten alleen de huidige marktsituatie, en voor de toekomst wordt het een beetje koffiedik kijken.

Op dit moment is de restwaarde van elektrische auto’s niet bijster hoog. De markt wordt enigszins overspoeld met ex-leasewagens, net op het moment dat de SEPP-subsidie en korting op de motorrijtuigenbelasting voorbij zijn. Wie een tweedehands elektrische auto overweegt, zou natuurlijk dankbaar gebruik van die lage prijzen kunnen maken.

Maar als we naar de lange termijn kijken, en dus naar nieuwe auto’s, dan hebben we een ander scenario op ons netvlies staan. Gezien de opmars van elektrische auto’s is de kans namelijk behoorlijk groot dat de restwaarde van benzineauto’s over een jaar of 5 à 10 steeds sneller zal dalen. Als je nu een nieuwe benzineauto koopt, is de kans groot dat je hem over 8 tot 10 jaar nog nauwelijks kwijtraakt. Kijk maar eens hoe het met dieselauto’s gaat.

Elektrische auto’s daarentegen – vooral die een redelijk fatsoenlijke actieradius en laadsnelheid – behouden hun waarde dan beduidend beter. Ook als er tegen die tijd modernere elektrische auto’s op de markt zijn. Want net zoals er nu een markt is voor behoorlijk verouderde brandstofauto’s van een jaar of 10 oud, zal die er in de toekomst ook voor enigszins verouderde elektrische auto’s zijn.

Hieronder een snelle vergelijking, voor wie het overzicht een beetje kwijt is:

Kostenpost

EV (thuisladen – €0,30/kWh)

EV (openbaar laden – €0,50/kWh)

Benzineauto (gemiddeld)

Brandstof/stroom per km

€ 0,06

€ 0,10

€ 0,13

Onderhoudskosten per jaar

€ 350

€ 350

€ 700

Restwaarde na 10 jaar

Relatief hoog

Relatief hoog

Afnemend

Korte toelichting bij de tabel
De kosten per kilometer liggen bij openbaar laden een stuk hoger dan bij thuisladen, maar nog steeds iets lager dan bij benzine. Vooral wie veel rijdt en thuis kan laden, bespaart fors. Zeker als je slim gebruik maakt van dynamische tarieven. Voor mensen zonder eigen laadpaal loont het om kritisch te kijken naar tarieven van verschillende aanbieders – die kunnen zowel per laadpaal als laadpas flink variëren.

Praktische overwegingen bij de overstap naar elektrisch

Laten we zo eerlijk zijn om ook de kanttekeningen te noemen. In veel gevallen is een elektrische auto in aanschaf nog altijd duurder dan een vergelijkbare benzinewagen. Maar de verschillen worden, met name bij de goedkopere modellen, steeds kleiner. En dan is er de laadinfrastructuur: als je in een flat woont zonder laadplek in de buurt, wordt het lastiger om je auto voordelig op te laden.

Gelukkig scoort Nederland Europees gezien wel hoog wat betreft de hoeveelheid openbare laadpunten, en de dekking groeit nog steeds. Snelladers langs de snelweg zijn bijna net zo alledaags geworden als tankstations.

Wat actieradius betreft: de meeste moderne EV’s halen ruim 350 kilometer of meer op een volle accu. Ook bij EV’s van een paar jaar oud is dat geen uitzondering. Voor de gemiddelde Nederlander – die zo’n 35 kilometer per dag rijdt – is dat ruim voldoende. Laadtijd blijft een punt, maar ook daar is verbetering. Met een snellader zit je vaak binnen 30 minuten weer op 80%. Tijd genoeg om even een koffie te halen, en je mails of Polarsteps bij te werken.

Elektrisch wordt langzamerhand steeds aantrekkelijker

Tel alles bij elkaar op en de conclusie is helder: elektrisch rijden is niet altijd de goedkoopste oplossing in het begin, maar is op termijn waarschijnlijk wél de slimste keuze. Zeker als je kijkt naar de verwachte stijging van de brandstofprijzen in 2026, en helemaal als je meer dan gemiddeld rijdt.

Een auto koop je meestal niet voor één jaar. Denk vooruit. Ver vooruit zelfs. Als je nu een benzineauto koopt, betaal je straks mogelijk structureel meer bij de pomp én zit je op termijn met een lagere restwaarde. Elektrisch rijden is net als dat abonnement dat in eerste instantie prijzig lijkt, maar uiteindelijk voordeliger uitpakt dan losse kaartjes.

Zoals een monteur eerder deze week tegen me zei toen ik hem de sleutels van mijn Opel overhandigde: “Als ik elke week zie wat mensen betalen bij de pomp hier, dan is elektrisch ineens zo gek nog niet.”

Waar moet je dan op letten, als je het zelf wilt uitrekenen?

Het verschil tussen een dure keuze en een slimme keuze zit vaak niet in de aanschaf, maar in het totaalplaatje. Zeker nu de benzineprijzen schommelen, de accijnsverhoging van januari 2026 al op de kalender staat en elektrisch rijden op termijn steeds meer standaard wordt, loont het om een paar stappen vooruit te denken.

Wie nu op het punt staat een andere auto te kopen, doet er goed aan om aan meer aspecten te denken dan alleen de prijs bij de pomp of laadpaal. Denk aan:

  • Toekomstige restwaarde: de kans dat benzineauto’s in waarde dalen is groot. Dat tikt aan bij de inruil.
  • Laadmogelijkheden thuis of op werk: kun je goedkoop en gemakkelijk opladen? Dan ga je het verschil in je portemonnee echt merken. Kijk ook eens op laadpastop10.nl naar de voordeligste laadpas. Dat scheelt soms dubbeltjes per kWh aan de openbare laadpaal en snellader.
  • Wegenbelasting en onderhoudskosten: de wegenbelasting gaat voor EV’s langzaam omhoog, maar qua onderhoud zijn ze weer voordeliger.

Als je alles meeneemt in de rekensom – van brandstofprijs tot onderhoud en waardeverlies – dan zou elektrisch rijden wel eens als de verstandigere keuze uit de bus kunnen komen. Niet omdat het zo goedkoop is – was dat maar zo – maar omdat het rijden op benzine simpelweg steeds duurder wordt.

Kies je rationeel of emotioneel?

Om terug te komen op de benzineprijs: ja, het is bijna alsof dat omstreden ‘kwartje van Kok’ er in 2026 nog een keer bij komt. En daarom is het misschien de hoogste tijd om niet met je onderbuik, maar met je verstand te gaan denken. En dan kom je misschien tot een besluit wat je een paar jaar geleden nooit had durven overwegen.

Vergeet ook niet dat een rationele keuze vaak veel beter is dan een emotionele. En dat het milieu en klimaat er ook nog eens mee gebaat zijn. Iets wat we maar al te vaak vergeten.

Dit artikel verscheen als eerste op: evupdate.nl

Categorieën

0 REACTIES
Reageren

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *