De formatie van het nieuwe kabinet is in volle gang en duurzame automobiliteit staat hoog op de agenda. Daarnaast zijn er op Europees niveau afspraken gemaakt over klimaatdoelen om te bereiken. Onder andere rondom de uitstoot van CO2. Om deze klimaatdoelen te bereiken moeten er veel meer elektrische auto’s op de weg komen. Met het huidige belastingstelsel gaat dat niet lukken. Vandaar dat nu door een brede autocoalitie een nieuw autobelastingstelsel is opgesteld hoe we dit wel kunnen bereiken.
Het plan rust op twee pijlers: ten eerste moeten elektrische auto’s de komende jaren forse subsidies krijgen. Hiermee kunnen we ervoor zorgen dat ons huidige wagenpark sneller vergroend. Ten tweede moet er een vorm van rekeningrijden komen die gekoppeld is aan de CO2-emissie.
De kern van het plan
De kern van het plan is dat we veel meer goedkope – tot 40.000 euro – elektrische auto’s gaan kopen. Hiervoor moet de aanschafsubsidie wijzigen: op een nieuwe elektrische auto moet deze subsidie naar 3.000 euro (mits niet duurder dan € 45.000 euro), op een tweedehands naar 2.000 euro. Elektrische auto’s blijven vrijgesteld van aanschafbelasting bpm. Hierdoor ontstaat er op den duur een betaalbare tweedehandsmarkt voor elektrische auto’s. Volgens de makers van het plan kan er dan na 2030 een belastingsysteem komen, waarbij de automobilist per gereden kilometer belasting betaalt. Hoe dit belastingsysteem vorm gegeven moet worden is nu nog niet helder, daar zullen de deskundigen zich nog over moeten buigen. Duidelijk is wel dat er een kilometertarief moet gaan komen. Dat kilometertarief moet bovendien afhankelijk worden van de uitstoot van de auto. Rijd je met een forse, benzine slurpende V8 dan ga je per kilometer dus veel meer betalen dan iemand die elektrisch rijdt. Daarnaast gaan kilometervreters naar verhouding meer betalen, zondagsrijders betalen minder.
Brede steun voor het plan
Het nieuwe belastingplan is gesteund door enkele oud-politici: Annemarie Jorritsma (VVD, oud-minister van Verkeer en van Economische Zaken), Menno Snel (D66, oud-staatssecretaris Financiën), Jolande Sap (GroenLinks, oud-woordvoerder Financiën), Karien van Gennip (CDA, oud-staatssecretaris Economische Zaken) en Sharon Dijksma (PvdA, oud-staatssecretaris Economische Zaken, oud-woordvoerder Verkeer) hebben hun naam onder de plannen gezet. Iedere kandidaat-regeringspartij is vertegenwoordigd bij het handtekeningenlijstje.
Maar ook een brede coalitie van ANWB, Natuur & Milieu, Bovag, RAI en VNA staan volledig achter een nieuw autobelastingplan 2022-2030.
Meest vervuilende auto’s
Volgens de initiatiefnemers van het plan wordt het zonder een nieuw autobelastingplan niets met de verduurzaming van het wagenpark. In Nederland rijden wij gemiddeld met auto’s van 11 jaar oud. Dit is ouder dan onze buren in België (9.1 jaar) en Duitsland (9.6 jaar). Bij een ongewijzigd beleid is in 2030 nog steeds maar één op drie nieuwe auto’s elektrisch. Daarmee is klimaatneutraliteit in 2050 onhaalbaar. Met biobrandstoffen, synthetische brandstoffen en miljoenen elektrische auto’s zijn de eerste stappen echter gezet.
Autorijden voor iedereen
Door binnen dit plan in te zetten op de kleinere elektrische auto’s, wordt er voor gezorgd dat er op termijn een tweedehandsmarkt is waarbij de aanschaf van een elektrische auto niet te duur is, en de gebruikskosten laag zijn. Hierdoor voorkom men het probleem dat autorijden iets wordt voor ‘the happy few’. Autorijden blijft zo voor iedereen bereikbaar. Uit onderzoek van de ANWB is gebleken dat veel automobilisten de huidige elektrische auto’s nog te duur vinden. Vandaar dat nu met de subsidie specifiek wordt ingezet op elektrische auto’s tot een bedrag van 45.000 euro. Dit zijn de auto’s die over enkele jaren als occasion wel betaalbaar zijn voor de gemiddelde autorijder. Uiteindelijk is het doel dat bij aanschaf van een andere auto, de elektrische auto echt de eerste keus wordt.
Volle pond
Op dit moment betalen berijders van een elektrische auto geen wegenbelasting, dit blijft niet zo. Ook elektrische rijders gaan in de plannen motorrijtuigbelasting betalen. Vanaf 2023 bedraagt dit 15 procent van het tarief voor benzineauto’s en vanaf 2026 moet de volle pond worden betaald. Wel mag er bij de berekening van het tarief 400 kilo van het autogewicht af worden getrokken vanwege de zware accu’s. Tot en met 2026 zijn de plannen kostendekkend. Daarna zijn elektrische auto’s technisch en qua prijs weer zo anders dan nu dat tegen die tijd bekeken moet worden hoe de financiering tot 2030 – geraamd op 4,1 miljard euro – eruit moet zien. Het systeem van betalen naar gebruik en uitstoot zou dan na 2030 ingevoerd kunnen worden. Bedoeling is dat er zo spoedig mogelijk een Kaderwet wordt opgesteld zodat dit plan, wat zo’n 8,5 jaar nodig heeft, uit te gaan voeren.