Terwijl voor sommigen een normale vrachtwagen al groot genoeg is, zien anderen meer potentieel. Transportbedrijven zijn altijd op zoek om het vervoer over de weg te verbeteren. Het laatste wapen in de strijd naar meer efficiëntie: de super ecocombi.
Update: in mei 2021 heeft de RDW na de eerste tests besloten nog geen goedkeuring te verlenen aan het eerste testtraject (Rotterdam-Venlo). Men vindt de veiligheid nog niet gegarandeerd bij een combinatie van twee trailers met starre assen. De betrokken partijen zijn teleurgesteld. Ze gaan aan de slag om de super ecocombi aan te passen zodat de proef alsnog kan beginnen.
Super eco-wat?
In Nederland zijn we net een beetje gewend aan de gewone ecocombi, oftewel LZV (langer, zwaarder voertuig). Deze vrachtwagencombinaties zijn met maximaal 25,25 meter al een metertje of zeven langer dan een normale vrachtwagencombinatie. Jarenlang is er gestreden om de ecocombi op de Nederlandse weg te krijgen. Nu deze volop rondrijdt, is het tijd voor de volgende stap.
De naam zegt het al: de super ecocombi is de vergrote versie van de ecocombi, of LZV. Bij een super ecocombi (SEC) bestaat een combinatie uit een trekker met daarachter twee opleggers. Hierdoor ontstaat een combinatie van 32 meter lang, oftewel bijna twee keer zo lang als een traditionele trekker-oplegger. Hij mag maximaal 72 ton wegen.
Binnenkort begint de RDW met het testen van de super ecocombi op hun eigen testbaan in Lelystad. In het tweede kwartaal van 2021 moeten de eerste combinaties op de openbare weg gaan rijden. Er zijn speciale trajecten aangewezen voor de tests; allereerst zullen we super ecocombi’s tegenkomen tussen Rotterdam-Maasvlakte en Venlo. Later volgen andere trajecten door heel Nederland.
Waarom de super ecocombi?
Om het heel eenvoudig te stellen: met twee trailers achter de trekker vervoert de vrachtwagen twee keer zoveel lading als met één trailer. In Nederland zijn veel vervoersstromen waar vrachtwagens steeds dezelfde routes rijden met dezelfde soort lading.
Denk aan ladingstromen van grote fabrieken of havens naar distributiecentra van de grote supermarktketens. De dagelijkse stroom van groenten, fruit en planten van de veiling naar Schiphol is er ook zo één. Ook in het stukgoedvervoer en pakketvervoer is met een super ecocombi veel winst te behalen door lading te combineren en met één vrachtwagencombinatie te vervoeren.
Waar je vroeger voor twee vrachtwagencombinaties twee trekker en twee chauffeurs nodig had, volsta je met een super ecocombi met één trekker en één chauffeur. De milieuwinst is aanzienlijk: de uitstoot van een super ecocombi per kilo lading is veel lager dan die van twee aparte vrachtwagens. Geschat wordt dat een super ecocombi tot 27% Co2-uitstoot bespaart.
Een bijkomend voordeel van een super ecocombi is dat de combinatie bestaat uit twee standaardtrailers, terwijl een LZV uit niet-standaard onderdelen bestaat. Hierdoor is hij makkelijker te combineren met vervoer per schip of trein. Daarnaast kampt Nederland al jaren met een groot chauffeurstekort, dat door de vergrijzing alleen maar toeneemt. Elke bespaarde chauffeur is dus welkom.
Kan dat dan zomaar?
In Finland zijn super ecocombi’s al lang toegestaan: hier zijn ze ondertussen goed voor 46% van het totale wegtransport. In Zweden zijn de langere vrachtwagens binnenkort ook toegestaan, terwijl Spanje en Noorwegen er momenteel mee testen. Nu zijn deze landen natuurlijk minder dichtbevolkt dan ons Nederland.
Daarom houden Rijkswaterstaat en de RDW de proef nauwlettend in de gaten, geholpen door Transport en Logistiek Nederland (TLN) en TNO. Uiteraard mogen super ecocombi’s niet zomaar overal rijden: ze zouden zich vastrijden in de eerste de beste woonwijk. Voorlopig zijn ze alleen toegestaan op de snelweg. Bovendien mag je er niet zomaar mee rijden: er zijn speciale eisen gesteld aan de vrachtwagen en ook de chauffeur krijgt een extra opleiding.
Het lijkt tegenstrijdig maar een super ecocombi neemt minder ruimte op de weg in dan twee vrachtwagencombinaties. De ruimtewinst bedraagt zelfs 40%! Minder vrachtwagens op de weg verbetert natuurlijk ook de veiligheid. Omdat de combinatie meer assen heeft, vertaalt een hoger laadgewicht zich niet naar een hogere asdruk.
Leuk allemaal. En nu?
Dit jaar wordt de super ecocombi dus op een aantal trajecten getest. Hierbij kijkt men naar de veiligheid en naar de efficiëntievoordelen. Ook beoordeelt men of de huidige infrastructuur wel geschikt is voor zulke lange vrachtwagens. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de lengte van uitvoegstroken, parkeerplaatsen en kruisingen.
Slaagt de test, dan mogen meer transporteurs met de super ecocombi gaan rijden. Volgens consultants is er genoeg potentie om volgend jaar in theorie al 550 van dergelijke combinaties op de weg te hebben. De super ecocombi kan nog succesvoller zijn als transportbedrijven elkaars trailers zouden vervoeren en uitwisselen, maar transporteurs lopen hier uit concurrentie-oogpunt nog niet heel warm voor.
De echte winst wordt behaald als super ecocombi’s over lange afstand kunnen worden ingezet, dus door heel Europa. Zo ver is het echter nog lang niet: landen om ons heen beginnen pas net na te denken over de gewone ecocombi, de LZV dus.
Kijk dus niet gek op als je straks een vrachtwagen met twee trailers tegenkomt op de snelweg. Hou er rekening mee dat zulke lange combinaties rondrijden, dus probeer niet op het laatste moment een afrit te pakken: die vrachtwagen kan een stuk langer zijn dan je verwacht! Door de super ecocombi de ruimte te geven, help je logistiek Nederland de volgende stap te zetten naar een milieuvriendelijker en efficiënter wegtransport.
Update 1 februari: na contact met Rijkswaterstaat kloppen de genoemde data met de huidige planning van het project