Het installeren van een snellaadpaal voor elektrische auto’s in Nederland duurt ongeveer vier maanden. In Vlaanderen duurt dit anderhalf tot drie jaar. De trage installatie dreigt de opmars van de elektrische wagen bij onze zuiderburen te belemmeren. Snellaadpunten langs snelwegen en op publieke plekken zijn namelijk cruciaal voor de uitrol van de elektrische auto.
In Nederland hebben we inmiddels al meer dan 200 snellaadpalen aangesloten op ons wegnetwerk. Met zo’n laadpaal kan men zijn of haar elektrische auto binnen een kwartier bijladen om minimaal 100 kilometer verder te rijden. In Vlaanderen staan er momenteel slechts 38 laadpalen. Hierdoor is de noordelijke deelstaat van België niet goed voorbereid als binnenkort de elektrische auto doorbreekt, aldus Jochen De Smet, voorzitter van de Europese Vereniging van elektrische voertuigen.
Dubbele oorzaak
De reden van de trage werking in Vlaanderen is tweeledig. Installateurs van snelladers krijgen in de eerste instantie te maken met administratieve rompslomp en vervolgens met lange wachttijden voor een netaansluiting. “De papiermolen voor vergunningen draait te traag. En als de vergunning er is, duurt het vaak erg lang voordat de Vlaamse netbeheerder Fluvius de laadpaal installeert”, aldus De Smet. “Het verkrijgen van een omgevingsvergunning en een aansluiting op het net duurt te lang. De termijnen moeten dringend omlaag.”
Reden voor de lange termijnen is de bureaucratische rompslomp binnen de gemeente. De vergunningen moeten namelijk worden goedgekeurd door gemeentebesturen. Echter, binnen deze besturen is er vaak niemand die verstand heeft van de technologie achter snelladers. Een vergunningsprocedure is bovendien lang en ingewikkeld en kan al snel twee tot drie maanden duren. Met een beroepstermijn kan dat zelfs oplopen tot de 6 en 9 maanden.
Het tweede probleem zit hem in de aansluiting op het elektriciteitsnet. “Snelladers gebruiken veel stroom. Wij zien dat op plaatsen waar snelladers moeten komen, vaak onvoldoende capaciteit voorhanden is en dat er kabels bij getrokken moeten worden. De dichtstbijzijnde elektriciteitscabine ligt meestal een eind verderop, waardoor er grote werkzaamheden nodig zijn”, aldus De Smet.
Het bekostigen van deze werkzaamheden ligt op dit moment volledig bij de investeerder die de laadpalen wil laten plaatsen. En door deze extra kosten is het businessmodel voor veel snelladers niet rendabel. De kosten voor het doortrekken van een kabel bedragen namelijk al gauw 30.000 euro.
Dubbele oplossing
De Smit heeft voor beide problemen een voorstel. Zo wil hij de Vlaamse regering vragen om de vergunningsprocedure te vervangen door een meldingsprocedure. Dat is een snellere en eenvoudigere manier van werken, waarbij gemeenten wel inspraak blijven houden. “Als je werkt met een meldingsprocedure, dan spreken we van een termijn van twee weken tot een maand, waarna de werkzaamheden zouden kunnen starten”, zo weet De Smet.
Aan Fluvius en andere netbeheerders wordt gevraagd pro-actief een plan uit te werken om een snellaadstructuur te plaatsen in Vlaanderen en de rest van België. Ook wil De Smet dat de Vlaamse overheid de netbeeherders een deel van de installatiekosten laat betalen.
The post Tekort aan snellaadpalen in Vlaanderen belemmert opmars elektrische auto appeared first on Elektrischeauto.nl.