Echte autoliefhebbers komen zelden aan echt hun trekken op de televisie. Er zijn genoeg shows die draaien om auto’s, maar programmamakers lijken van mening dat alleen auto’s niet voldoende is om kijkers te boeien. Met een heleboel ruzie, scheldpartijen en onmogelijke deadlines draaien deze zogenaamde autoshows meer om drama dan om auto’s. Gelukkig is er nu Hyperdrive op Netflix.
Driften
Het concept van Hyperdrive, exclusief op Netflix en mede geproduceerd door de actrice Charlize Theron, is simpel: op een oud industrieel complex in Amerika zijn parcoursen uitgezet met bijna onmogelijke opdrachten. Coureurs uit de hele wereld nemen deel aan een competitie om te bepalen wie de beste is. Hierbij is snelheid ondergeschikt: alles draait om voertuigcontrole.
Op elk parcours moeten doelen geraakt worden met de auto, maar alleen met de zijkant van de auto. Het raken van de doelen met de voorkant van de auto levert strafseconden op, dus er moet flink gedrift worden. Deze relatief jonge autosport wordt wereldwijd steeds populairder. Bij het driften draait het om precisie. Daarnaast is het natuurlijk spectaculair om naar te kijken.
Enorme wipwap
Naast de doelen bestaat het parcours uit een aantal spectaculaire opdrachten die het uiterste vergen van mens en machine. Deelnemers moeten een 180-graden draai maken tussen pilaren of anderhalve draai maken in een aantal smalle ruimten zonder iets te raken. Ook een serie zeecontainers, nauwelijks breder dan de auto’s, waar deelnemers zo snel mogelijk doorheen moeten komen, zorgt voor spannende momenten.
Maar het kan nog veel gekker. Zo is er Walk on Water: een smalle baan door een bak met water, waarbij de deelnemers bakens moeten volgen om niet in het diepe gedeelte te belanden. Of Forced Perspective: een tunnel met optisch bedrog die steeds smaller wordt. Spectaculair is de Gauntlet, waar deelnemers doelen moeten raken terwijl sloopauto’s als slingers over de baan zwaaien. Maar het meest gestoord is de Leveler: een enorme wipwap van 20 meter hoog, waar deelnemers eerst een helling van 40 graden op moeten racen, op tijd moeten stoppen en vervolgens hun balans moeten vinden.
Variatie aan auto’s
Het zijn echter niet de opdrachten van Hyperdrive die de harten van autoliefhebbers sneller laat kloppen: dit is de verscheidenheid aan auto’s. Hier racen Amerikaanse musclecars tegen Japanse machines en Duitse degelijkheid. Oud of jong, geschikt voor de openbare weg of speciaal gebouwd voor het circuit: alles rijdt door elkaar. De deelnemers zijn al even divers.
Zo neemt een professioneel drift-instructeur met een compleet verbouwde Nissan 240SX uit 1997 met 500pk het op tegen een vrouwelijke vrachtwagenchauffeur met een vrij standaard Ford Mustang V6 uit 2014. Een Japanse driftkoning in een Toyota Crown uit 2002 strijdt tegen een echtpaar uit Duitsland – hij met een verbouwde BMW uit 1987, zij met een moderne Mercedes E500. Of een Fransman met een enorme Dodge Charger uit 1968 die het opneemt tegen een knappe blondine uit Texas met een wild bestickerde Nissan 350Z uit 2008.
Wat Hyperdrive zo spectaculair maakt, is dat het niet uitmaakt hoe duur een auto is, of hoeveel pk hij heeft. De miljonair uit Illinois die zijn Lamborghini Huracán heeft verbouwd zodat hij kan driften, heeft net zoveel kans om te winnen als het timide meisje uit de arme wijken van Zuid-Afrika, die daar met een stokoude BMW naam heeft gemaakt met ‘spinning’, een bende-ritueel waarbij je uit de auto hangt terwijl deze donuts draait.
Dit maakt deze serie op Netflix erg spannend en o zo leuk om te kijken. Alles draait om de kunsten van de bestuurder of bestuurster. Alle vooroordelen kunnen overboord. Hier geldt niet het recht van de sterkste, of het recht van degene met het meeste geld. Dit gaat over stuurmanskunst, lef en doorzettingsvermogen.
Geen prijzengeld
Wat verfrissend is aan Hyperdrive is het gebrek aan drama. De coureurs vechten op de baan om elke tiende van een seconden maar zitten als vrienden op de tribunes om anderen aan te moedigen. Er is geen prijzengeld te winnen: de winnaar krijgt een beker en dat is alles. Het kost deelnemers juist veel geld om mee te doen: ze moesten zelf hun auto op locatie krijgen (dus soms de halve wereld over) en reparaties zijn voor eigen rekening. Hun stuurmanskunsten op het scherm en de bekendheid is de prijs.
Vier bekende Amerikaanse presentatoren, bekend van Top Gear US, Nascar en Fox Sports, praten de hele show aan elkaar. Alle races zijn ’s nachts en zijn uitstekend in beeld gebracht. Met slow-motion worden schitterende driftacties in beeld gebracht. De emotie van winst en verlies wordt getoond zonder overdrijving of nadruk, net zoals de reacties van andere deelnemers. Alles draait om de auto’s en de kunsten van hun bestuurders.
Het eerste deel van Hyperdrive is te zien op Netflix. Het tweede deel volgt binnenkort. Laten we hopen dat andere televisiemakers een voorbeeld nemen aan deze echte autoshow.
Bekijk hier de trailer van het eerste seizoen: