De simpele stationwagen. Iedereen kent hem, toch verdwijnt hij tegenwoordig langzaam maar zeker uit het straatbeeld. Gelukkig is hij bij BMW nog altijd te krijgen— In de meest extreme versie zelfs met 727 pk, in de vorm van de M5 Touring. Voor nu gaan we echter op pad met de iets kleinere en veel minder krachtige 3-serie: de BMW 330e Touring.

Sterke puntenZwakke punten
+ Scherm resolutie–  Betaalmuur van BMW
+ M-performance chassis afstelling– Climate control bediening
+ camerasystemen– Goedkoop interieur

Wat is de BMW 330e Touring?

Qua ontwerp zullen veel mensen het met me eens zijn als ik zeg dat de BMW 330e Touring geslaagd is. Zelfs als de auto is gespoten in metallic zwart, zoals onze testwagen. Want laten we eerlijk zijn: een zwarte kleur verbergt het harde werk van de ontwerpers.

De aandrijving is, zoals we vaker zien in moderne auto’s, een hybride. Onder de motorkap ligt een 2.0-liter viercilindermotor, gekoppeld aan een automatische versnellingsbak en elektromotoren. Als rijder heb je de keuze om ze te combineren voor meer vermogen of juist te scheiden om volledig elektrisch te rijden. Kies je voor de combinatie, dan heb je een gezamenlijk vermogen van 292 pk en 420 Nm koppel.

Het verbruik is volgens de fabrikant slechts 1 liter per 100 kilometer, met een maximale elektrische actieradius van 90 kilometer. Het benzineverbruik in onze testperiode lag echter beduidend hoger: 3,6 liter per 100 kilometer. Dat zijn nog steeds nette cijfers voor een zware auto die, door de hybride techniek, de 1.900 kilogram aantikt.

Het elektrische bereik is een ander verhaal. Op het digitale dashboard zagen we een elektrische actieradius die nooit hoger kwam dan 45 kilometer—de helft van de claim. Toch kom je, dankzij de sterke regeneratieve remmen, vele malen verder. Helaas toont het systeem niet hoeveel extra kilometers je wint. Tijdens een test op een N-weg haalden we maximaal 64 kilometer volledig elektrisch.

Het grootste voordeel van een stationwagen is natuurlijk de ruimte die hij biedt. In de BMW 330e Touring is die ietwat beperkt door de elektromotor en het accupakket. Toch heb je nog altijd 410 liter bagageruimte, wat allesbehalve slecht is. Belangrijker is dat er geen tildrempel is: gewoon neerzetten en doorschuiven. Dat maakt het ook prettiger voor de hond des huizes, omdat het beestje gewoon makkelijk in -en uit kan stappen.  

Hoe rijdt de BMW 330e Touring?

Het motto van BMW is al jarenlang: “Rijden met plezier”. In Engelstalige landen wordt dat vertaald als “The ultimate driving machine”. Een flinke claim, die de 3-serie meteen een hoge lat geeft om naar te streven.

Het eerste dat opvalt na het instappen is de zitpositie: laag, met goede stoelen die prima ondersteuning bieden, en een dik stuur. Zou er een kern van waarheid zitten in BMW’s slogan? We drukken de start-stopknop in—en horen niets. Compleet stil. Dat komt omdat de 3-serie altijd elektrisch opstart.

Op het grote digitale dashboard zien we de bevestiging dat de aandrijving naar de achterwielen gaat. Leuk detail: BMW heeft de moeite genomen om de exacte uitvoering van je auto weer te geven, inclusief model, kleur, velgen en zelfs de knipperlichten (tenminste, als je die gebruikt het blijft een BMW).

Met die slechte stereotype grap achter de rug kijken we naar het middenconsole. Links daarop zijn de rijmodi-knoppen overzichtelijk geplaatst. Bovenaan begint het met Sport, gevolgd door Hybrid en Electric. Elke modus is, zoals we gewend zijn van BMW, naar eigen smaak in te stellen. Onze favoriet? De XtraBoost-modus in de Sport-sectie. Dan werken de verbrandingsmotor en elektromotor naadloos samen voor maximale prestaties.

Het lineaire vermogen komt dan het beste tot zijn recht: de kracht is direct beschikbaar en blijft constant, ongeacht het toerental. Pas bij 5.000 toeren per minuut haal je het maximale vermogen eruit. Daardoor is de motor gretig om door te trekken, wat de 4,7 meter lange auto verrassend leuk maakt om te rijden.

Onderstel en wegligging

Hoe verfijnd de aandrijflijn ook is, zonder een goed chassis is dat niks waard. Gelukkig stelt het onderstel niet teleur. De afstelling is precies waarom je voor een stationwagen kiest in plaats van een SUV of crossover. BMW’s M-Performance-team heeft hier geweldig werk geleverd. de demping is stevig, zonder oncomfortabel te zijn. Het sturen voelt erg direct, maar is ook licht genoeg om gemakkelijk te manoeuvreren.

De veiligheidssystemen kijken op de achtergrond met je mee, terwijl je met onwaarschijnlijke snelheden door bochten kunt sturen. De auto blijft strak en beheerst. Natuurlijk voel je het gewicht van 1.900 kilogram, maar dat maakt het juist extra leuk: je voelt de massa zich verplaatsen, terwijl de auto geweldig communiceert met de bestuurder.

Een goede aandrijflijn en een sterk chassis zijn echter niets zonder degelijke remmen. In de Sport-modus zijn ze uitstekend. In alle andere modi merk je echter dat het rempedaal actief wordt ingedrukt wanneer de auto regeneratief remt—een nogal onplezierige ervaring. Dit was de voornaamste reden dat we de auto tijdens bijna de hele testperiode in XtraBoost en handmatige schakelmogus hielden. Niet omdat dat vele malen leuker rijdt natuurlijk, dat zouden we nooit doen. Hoe dan ook, dan werken de aandrijving en remmen perfect samen, zonder irritante bijeffecten.

Sterke punten


Gedurende je rit kijk je zo nu en dan natuurlijk naar je digitale dashboard en infotainmentsysteem. Wat dan opvalt, is de resolutie van het scherm. Die is uit de kunst: goede reactiesnelheid, extreem helder en—hoe BMW het gedaan heeft, weten we niet—maar je hebt nooit last van de zon in het scherm en dus geen irritante reflecties.


Het is duidelijk dat we fan zijn van het chassis en de aandrijflijn. Daar hebben we inmiddels genoeg over geschreven. De BMW M-Performance-mannen en -vrouwen hebben daar hun stinkende best op gedaan.


Het laatste punt dat we onder de aandacht willen brengen, is het camerasysteem. Dat is uitmuntend. Geweldige resolutie en nauwelijks vertraging in het beeld. Tijdens het parkeren kun je ervoor kiezen om de 3D-functie in te schakelen. Dan zie je je auto van buitenaf, waardoor je enorm makkelijk kunt beoordelen of je netjes geparkeerd staat. De beeldkwaliteit is zo helder dat we de exterieurfoto’s net zo goed in de auto hadden kunnen nemen.

Zwakke punten


Dus, het rijdt lekker. Goede camera’s en infotainment. Alles koek en ei? Nee, helaas niet. Sterker nog, zodra we stoppen met rijden, zien je al snel de mindere punten. Laten we beginnen met de BMW-betaalmuur. Daarmee kunnen klanten betalen voor additionele opties waar de auto al gewoon toe in staat is. Een voorbeeld: grootlichtassistentie. We hadden de optie om daarvoor €189,- te betalen, waarna het systeem werd vrijgegeven. Dat betekent dus dat de auto deze functie al heeft, maar BMW ervoor kiest om deze achter een betaalmuur te zetten. Een manier om extra geld te verdienen is het wel, tegelijkertijd vinden we er wel wat van.


Hoewel het scherm een fijne resolutie heeft en goed is afgewerkt, hadden we heel graag fysieke knoppen voor de aircobediening gewild. Nu moet je door het scherm scrollen tot je bij de climatecontrol-instellingen bent. Vervolgens moet je goed kijken wat je precies gaat veranderen, want erg intuïtief is het niet. Het spreekt voor zich dat je dit allemaal doet terwijl je aan het rijden bent. Dan kunnen de veiligheidssystemen nog zo goed met je meekijken, maar dat is simpelweg niet erg veilig.


We geven graag toe dat het interieur erg goed is gemonteerd—geen opvallende piepjes of kraakjes. Dat gezegd hebbende, voelt de binnenkant niet als iets dat €67.000,- kost. Dat heeft te maken met de grote hoeveelheid goedkoop aanvoelend plastic. Dit doet afbreuk aan de kwaliteitsbeleving van de auto wat gewoon zonde is. Gelukkig bieden de Duitsers ook de optie om het interieur te bekleden met leder, iets wat we ten zeerste aanraden. Ook al kost het een extra €1655 euro.

Uitrusting

Zijn er dingen waar we het nog niet over gehad hebben? Jazeker! De meest noemenswaardige daarvan is de achterklep. Je hebt de keuze om ofwel alleen de ruit te openen, ofwel de volledige achterklep. Dit is een handige feature die sneller en makkelijker werkt dan de elektrische achterklep. Buiten het feit dat het gewoon leuker is.

De kosten voor al dit moois zijn al globaal benoemd, maar om precies te zijn kostte “onze” BMW 330e Touring €67.306,-. Dat is best een smak geld natuurlijk. Wat krijg je daarvoor?

Handmatig verstelbare stoelen. Een plastic grille, Meer dan genoeg ruimte voor het gezin en de labrador. En dat eerder benoemde M-Performance-onderstel. Dan rest natuurlijk de vraag: is het ons dat waard? Tijd voor een…

Conclusie

De BMW 330e Touring heeft zijn gebreken. Het materiaalgebruik is ondermaats en de betaalmuur is ronduit irritant. Maar zodra je rijdt, maakt deze auto erg veel goed. De speelse rijeigenschappen, lineaire vermogensafgifte en feilloze aandrijflijn verrassen keer op keer.

Het antwoord op de vraag of BMW’s slogan nog steeds klopt? Absoluut. De BMW 330e Touring rijdt je met plezier. Rest ons wel de vraag hoe leuk de BMW M3 Touring  dan wel niet is. Heel misschien, als we hard genoeg de vingers kruisen, komen we daar ook achter.

Categorieën

0 REACTIES
Reageren

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *